Huilbaby's en osteopathie

Wanneer wordt een baby een huilbaby genoemd? Theoretisch is dit zo als een baby langer dan drie uur gedurende minimaal drie dagen per week over een periode van drie weken huilt. Soms is er niet direct een oorzaak te vinden maar merken de ouders wel dat de baby onrustig of ontroostbaar is, niet wil slapen, niet geknuffeld wil worden, niet vlot eet, een opgezet buikje heeft of last van krampen heeft. Dit zijn klachten waarbij een osteopaat in veel gevallen iets kan betekenen.

De osteopaat voelt naar een eventuele invloed van de schedel, nek, rug, andere gewrichten en overprikkelde darmen. Vervolgens probeert de osteopaat door op deze plaatsen te behandelen de beweeglijkheid van de weefsels te verbeteren waardoor het zenuwstelsel minder geprikkeld wordt. Hierdoor zal het kind gemakkelijker tot rust komen. De osteopaat 'luistert' naar wat het lichaam van de baby te vertellen heeft!

Aan de hand van de onderstaande lijst kunt u toetsen of uw baby in aanmerking komt voor osteopathie. Als 10 of meer van de onderstaande punten herkenbaar zijn voor uw baby, zal een behandeling veel effect hebben.

Symptomen bij huilbaby's

  1. De baby huilt meer dan drie uur per dag, drie dagen per week en al langer dan drie weken.
  2. De baby huilt niet 'echt' maar krijst oorverdovend en aanhoudend. Niets helpt om de baby rustig te krijgen.
  3. Vaak stopt de baby met huilen als de ouder het kind op de arm tegen de borst aan legt en gaat lopen.
    De baby valt al lopend in slaap. Op het moment dat de baby neergelegd wordt, begint het krijsen weer.
  4. Een huilbaby of overprikkelde baby wil niet alleen in bed. De baby zit slecht in zijn vel en voelt zich in de nabijheid van de ouder/verzorger meer op zijn gemak.
  5. De baby huilt niet 'communicatief': huilt/krijst altijd op dezelfde toon. Daardoor is niet te horen of de baby honger heeft, slaperig of boos is.
  6. Het is moeilijk te bepalen of de baby honger heeft. Als u met een vinger over een wangetje aait, het hoofdje naar de vinger toe draait en de mond open doet om te willen gaan zuigen, kan dat een teken van honger zijn.
  7. Als de baby huilt, maakt deze wilde bewegingen met handen en voeten. De baby kan buikpijn hebben als deze de beide benen naar de neus buigt. Men kan zich afvragen of een baby die buikpijn heeft zich overstrekt.
  8. De baby is het rustigst als ze op de buik op de onderarm van de ouder ligt en zo rondgedragen wordt.
  9. De baby is erg schrikachtig. Het minste of zelfs geen geluid veroorzaakt een heftige schrikreactie waardoor de baby luid schreeuwend weer wakker wordt.
  10. Dit geldt ook voor de overspannen rug- en beenspieren, waardoor de baby al stevig op de benen staat (natuurlijk ondersteund door een van de ouders).
  11. Babymassage of de baby in het bad doen kan voor veel huilbaby's een ramp zijn. Dit zijn weer extra prikkels terwijl de baby al overprikkeld is.
  12. Veel huilbaby's hebben hoofdpijn. De baby ligt graag met de schedel ergens tegenaan. Veel huilbaby's kruipen door het bedje heen totdat ze ergens contact hebben gemaakt met een weerstand. Een spijltje of de bovenkant van het ledikantje bijvoorbeeld.
  13. De oogjes van de baby zijn naar boven gericht zonder iemand aan te kijken.
  14. Het hoofdje ligt vaak extreem ver naar achteren.
  15. De baby is in de meeste gevallen overstrekt.
  16. De romp ligt in een banaan- of kommavorm.
  17. De rug is moeilijk te buigen.
  18. Vaak een voorkeurshouding, waar de baby moeilijk uit te krijgen is. Een poging om de baby recht te leggen, leidt tot heftige protesten.
  19. Wanneer de baby op de rug ligt met de beentjes naar u toe kost het moeite om de benen te strekken en te buigen.
    Het lukt ook niet om de baby zo op te rollen, dat de knieën bij de schouders komen: "foetushouding'. Daardoor kost een luier verwisselen ook veel moeite.
  20. Het bekken kan niet onafhankelijk van de ribbenkast gedraaid worden: heupen, schouders en oren blijven constant in het frontale vlak. De baby draait als een paaltje.
  21. De buik van de baby is erg hard. 

Bel met onze praktijk voor meer informatie: 070-3233 663 | 06-1351 8384